Spoel de tuinkruiden af, dep ze grondig droog en verdeel ze in takjes.
Leg de bamboescheuten in een bergje midden op een schaal en giet er eventueel overgebleven saus over.
Garneer met de kruiden en bestrooi met gesnipperde bosui.
Bestrooi de vis met zout en peper en leg ze op het bananenblad.
Leg de geraspte gemberwortel, de lente-ui en de rode peper op de vis, verpak de vis decoratief in het bananenblad en steek het bananenblad met een houten prikker vast.
Breng in een wok water met de schijfjes gemberwortel aan de kook.
Leg een stoommatje of stoomrek in de wok en leg de vispakketjes hierop.
Dek de wok met een deksel af en stoom de vis in 10-12 minuten gaar.
Serveer de vis met sesam-lente-ui-salsa.
Vermeng 50 gr geroosterd sesamzaad met 5 fijngesneden lente-uitjes, 1 geperst teentje knoflook, 2 theelepels geraspte gemberwortel,
2-3 eetlepels
Japanse sojasaus, 1 theelepel rijstazijn, 1/4 theelepel suiker, 1 eetlepel sesamolie, 1-2 kippenbouillon en zout.
Snijd de vis overdwars in moten van 4 cm.
Doe 3/4 dl kokosmelk in een grote pan en roer de rode currypasta erdoor.
Verwarm het mengsel op middelhoog vuur tot er een dun laagje
olie op komt.
Voeg de citroenbladeren, vissaus en suiker toe en roer de resterende kokosmelk erdoor.
Als de saus kookt, leg dan voorzichtig de moten vis in de pan en zet het vuur laag.
Laat de moten 7 á 8 minuten sudderen, of net zolang tot ze gaar en ondoorschijnend zijn.
Roer voor het serveren alles een keer door, maar zorg ervoor dat de moten vis heel blijven.
Serveer de vis met rijst.
* Zalmforel is een goede keus, maar vraag van tevoren wel aan de visverkoper of hij hem kan fileren.
(1/8 liter)
Deze veelzijdige pasta wordt gebruikt in 'kaengs', pindasaus, saté en vele andere schotels.
Noot: gebruikt u gedroogde laos in plaats van verse, laat hem dan eerst 15 minuten in koud water weken en laat het uitlekken voor gebruik.
Snijd de lomboks in kleine stukjes en laat ze 15 minuten weken in een kopje koud water om ze zacht te maken.
Verwijder de zaadjes en doe de lomboks in een vijzel of foodprocessor.
Doe de rest van de ingrediënten erbij en maak er een pasta van die zo dik is als pindakaas.
Zijn de ingrediënten te droog, voeg dan een paar druppels koud water toe.
In een goed afgesloten doosje in de koelkast blijft de pasta 1 maand goed.
Week de gedroogde chilipepers 1 uur in handwarm water en pureer ze daarna met alle andere ingrediënten in de keukenmachine of in een vijzel.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Vermeng de stukken kabeljauwfilet met de kokosmelk, de groene Thaise currypasta, de eieren en het zout.
Knip bananenbladeren (of bakpapier) in 4 rechthoeken van 15 x 25 cm, verdeel het vismengsel op het midden van de bananenbladeren en strijk het in de lengterichting iets uit.
Rol het bananenblad op en zet de uiteinden met cocktailprikkers vast.
Laat de pakketjes in het midden van de oven in ± 20 minuten gaar worden tot ze stevig aanvoelen.
(± 8 eetlepels)
Verhit een wok en rooster het koriander- en het komijnzaad hierin tot de geur vrijkomt.
Kneus het koriander- en komijnzaad met de peperkorrels in een vijzel met de stamper of in een blender.
Voeg de overige ingrediënten toe en wrijf of draai alles tot een fijnverdeelde pasta.
Bewaar de pasta maximaal 4 weken in een goed gesloten pot in de koelkast.
De scherpte is afhankelijk van de maat en soort van de pepers.
Rol de visrepen op en rijg ze aan een houten satéstokje.
Vermeng het citroensap en ± 1 theelepel zout en marinier de vis hierin
± 15 minuten.
Verwarm de grill op de hoogste stand voor.
Leg de visrolletjes op de bakplaat en verdeel de honing erover.
Grilleer de rolletjes 4-5 minuten, keer ze halverwege.
Serveer ze met pilav: gebakken rijst met gesnipperde ui, kleine blokjes tomaat, ringen lente-ui en grof gehakte koriander.
Dep de kabeljauwfilets met keukenpapier droog, snijd ze in repen
van ± 2 cm
en leg die in het stoommandje of de vergiet.
Pel de sjalotjes, snipper ze fijn en strooi ze over de vis.
Halveer de pepers in de lengte, verwijder met een theelepel de pitjes en Snipper ze heel fijn.
Pel de knoflook.
Vul een pan voor 1/3 deel met water en hang het stoommandje of de vergiet in de pan.
Breng het water aan de kook en stoom de vis afgedekt in
± 10 minuten gaar.
Roer intussen in een kom het citroensap, de vissaus, het serehpoeder en de suiker goed door elkaar.
Pers boven een andere kom de knoflook uit en meng die met de fijngesnipperde pepers.
Verwarm 4 borden voor.
Neem de visfilets uit de stoompan en verdeel ze over de borden.
Verdeel de vissaus erover en bestrooi met het peper-knoflookmengsel
(Strooi er desgewenst verse koriander over.)
Serveer met wilde en witte rijst en gestoomde of roergebakken paksoi.
Invriestip:
U kunt dit gerecht ook heel goed in een diepvriesdoos invriezen. Ontdooi het gerecht dan in de koelkast in ± 3 uur.
De houdbaarheid na het invriezen is ± 2 maanden.
Verhit de olie in een koekenpan en bak de visfilets goudbruin.
Dep de vis droog en houd ze in aluminiumfolie warm.
Verhit in een wok 2 eetlepels olie en bak de ui in ± minuten lichtbruin.
Voeg de tomaat, komkommer, ananas, suiker, sojasaus en vissaus toe, verhit alles al omscheppend, voeg de tomatenketchup toe en verwarm tot de saus dik is.
Serveer de vis op een schaal met de saus erover.
(4-6 personen)
Verwarm de oven voor op 180°C.
Laat de pepers ± 4 minuten in heet water weken.
Pureer de pepers met de knoflook, de limoenbladeren, garnalen, laos, ui, kurkkuma, suiker en 2 eetlepels olie in een keukenmachine.
Verhit in een wok 1 eetlepel olie en roerbak daarin de gepureerde kruidenpasta ± 5 minuten.
Bestrijk aluminiumfolie met olie of dep bananenblad met een
vochtige doek.
Leg de rode poon op het folie, bedruppel de vis met het verse limoensap en bedek hem aan beide zijden met de kruidenpasta.
Vouw het folie strak om de vis en laat de vis in het midden van de oven in ± 30 minuten gaar worden.
Serveer de vispakketjes met reepjes limoenblad.
Verwijder voorzichtig het vel en alle graten van de vis, breek het vlees in stukjes, breng het op smaak met limesap, suiker en versgemalen zwarte peper en doe het in een frituurnetje.
Verwarm de olie in een pan tot hij gaat roken en frituur de stukjes vis tot ze knapperig en goudbruin zijn.
Haal de stukjes vis uit de olie en laat ze op keukenpapier uitlekken.
Doe ze dan op een schotel, die met bananenbladeren is bedekt en garneer ze met de stukjes verse rode peper.
Pel en snipper de ui en de knoflook.
Maak de pepertjes schoon en snijd ze in ringetjes.
Snijd het citroengras in stukjes van 5 cm.
Roer de ui, knoflook, peper, het citroengras, de trassi, laos, koenjit, vissaus, bouillon, suiker, djeroek-poeroetblaadjes en de helft van de koriander in een ovenvaste schaal door elkaar en leg de kabeljauw erin.
Laat de vis in een op 200°C voorverwarmde oven in ± 15 minuten
gaar worden.
Garneer met de rest van het korianderblad.
Lekker met Pandanrijst.
(12 plakken)
Blancheer de courgetterepen in kokend water ± 10 seconden, spoel ze koud en dep ze droog.
Kook in ruim kokend water na elkaar de broccoli en paprika een paar minuten, spoel ze koud en laat uitlekken.
Verwarm de oven voor op 175°C.
Bekleed een cakevorm met de courgette, laat de plakken overhangen.
Maal de vis fijn en meng dit met de broccoli, eieren, paprika, gember, lente-ui, koriander, cayennepeper, zout (en de rest van de courgette).
Schep in de vorm achtereenvolgens lagen van het groente-vismengsel, mango, groente-vismengsel, garnalen, groente-vismengsel, mango en groente-vismengsel.
Dek de terrine af met de overhangende courgette.
Dek de vorm met aluminiumfolie af en zet hem in de braadslede op het rooster in het midden van de oven.
Schenk kokend water in de braadslede tot op 3/4 van de vorm.
Laat de terrine in 50-60 minuten gaar worden.
Keer de vorm op een schaal en bedek de terrine eventueel
met cashewnoten.
snijd de filets in dobbelsteentjes en breng ze op smaak met zout en versgemalen zwarte peper.
Hak de sjalotten, de knoflook en de gember in kleine stukjes.
Verwarm de olie in een wadjan en fruit de sjalotten, de knoflook en de gember 2-3 minuten.
Voeg dan de stukjes vis toe en laat alles ± 6 minuten op matig vuur doorkoken.
Verwijder de stukjes vis, laat ze op keukenpapier uitlekken en leg ze op
een schotel.
Doe de sojasaus, de vissaus, het tamarindewater en de palmsuiker bij de saus in de wadjan en roer tot de suiker goed is opgelost.
Breng de saus op smaak met zout en giet ze over de vis.
Garneer de schotel met de korianderbladeren en de reepjes peper.
Breng de vis op smaak met zout en peper.
Week de pepers 15 minuten in warm water en knijp ze daarna uit.
Hak de pepers, de sjalotten, de knoflook, de gember, de korianderwortels en het citroengras in kleine stukjes en doe ze in een vijzel.
Doe de limeschil, de gemalen kokos, de suiker, de trassi en de vissaus erbij en stamp tot een gladde massa ontstaat.
Verwarm de olie in een pan en bak de visfilets 4-5 minuten tot ze bijna
gaar zijn.
Haal ze dan uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken.
Doe een dunne laag van het kruidenmengsel in het midden van ieder bananenblad en leg de visfilets erop.
Bedek de vis met een laag kruidenmengsel en strooi de gehakte bladeren en pepers erover.
Vouw de bananenbladeren dicht en maak ze met een tandenstoker vast, zodat het kookvocht niet kan weglopen.
Leg de gevulde bladeren boven een houtskoolvuur en laat ze ± 20 minuten koken; keer ze een keer om.
Maak de vis schoon, maar laat de kop en de staart zitten.
Hak de pepers, de gember, de sjalotten en de knoflook in stukken.
Doe ze, samen met de korianderwortel, de peperkorrels en koud water in een vijzel en stamp tot een gladde massa ontstaat.
Verwarm de olie in een pan tot ze begint te walmen en bak de vis tot hij gaar en het vel goudkleurig en knapperig is.
Haal de vis uit de olie, laat ze op keukenpapier uitlekken en leg ze op een schaal, die wordt warm gehouden.
Giet de meeste olie uit de pan, doe het kruidenmengsel in de pan en bak al roerend 2-3 minuten.
Doe er dan de vissaus, het tamarindewater en de suiker bij en breng alles aan de kook.
Temper het vuur en laat het mengsel, onder af en toe roeren, 5 minuten zacht doorkoken.
Voeg tenslotte de kokosmelk toe, roer alles goed door elkaar en breng het mengsel weer aan de kook.
Giet de saus over de vis en serveer.
Maak de vis schoon en leg hem op een stoomrek.
snijd het vruchtvlees van de papaya in reepjes en leg ze kruislings
over de vis.
Zet het stoomrek in een wadjan.
Week de pepers in warm water tot ze zacht zijn.
Hak de pepers, de sjalotten, het citroengras en de visfilet in stukken, doe ze in een stamper en stamp tot een gladde massa ontstaat.
Giet de bouillon in een sauspan en breng ze aan de kook.
Voeg het gestampte kruidenmengsel toe en roer alles goed door elkaar.
Voeg dan de suiker, de vissaus en het tamarindewater toe en blijf roeren tot de suiker geheel is opgelost.
Giet de saus over de vis in de wadjan (het oppervlak van de saus moet ± 1 1/2 cm onder het stoomrek blijven.
Leg een deksel op de wadjan en stoom de vis 10-12 minuten.
Leg de vis daarna op een schaal.
Meng het maïsmeel met een beetje water en voeg dat aan de saus toe.
Roer tot de saus dik wordt en giet ze over de vis.
Voor de marinade:
Voor de saus:
Maak de vis schoon en bestrijk hem gelijkmatig met de marinade.
Leg hem op het bananenblad en laat hem 15 minuten staan.
Wikkel de vis daarna goed in het blad en grill beide kanten 8-12 minuten.
Leg de vis op een schaal, open het bananenblad en giet de saus erover.
Marinade:
Doe de knoflook, de peperkorrels, de korianderwortel en de gember in een vijzel en stamp alles goed fijn.
Roer er dan de maggi en de lichte sojasaus goed door.
Saus:
Hak de pepers en de knoflook en scheur de korianderblaadjes.
Doe de stukken in een vijzel, voeg het zout en de suiker toe en stamp alles goed fijn.
Doe het mengsel in een sauspan, voeg het limesap en de bouillon toe en breng het aan de kook.
Roer alles goed door elkaar en laat het 2-3 minuten zacht doorkoken.
snijd de visfilet in dikke plakken.
snijd de gember in plakjes, de peper in lange reepjes, kneus de knoflook en snijd de lente-uitjes in stukjes van 1 1/2 cm.
Week de paddestoelen 40 minuten in warm water, verwijder de harde stelen en snijd de hoeden in plakjes.
Verwarm de olie in een wadjan en fruit de gember en de knoflook 3-4 minuten.
Voeg de vis, de paddestoelen en de gezouten rettich toe en laat het, af en toe roerend, op matig vuur doorkoken tot de vis bijna gaar is.
Voeg de pepers, de lente-uitjes, de vissaus, de suiker en versgemalen peper toe en roer alles goed door elkaar.
Laat nog 2 minuten doorkoken en doe het gerecht over op een schaal.
Garneer met de verse korianderblaadjes.
Scheur de visfilet in stukjes en doe ze in een grote kom.
Voeg de sambal, de vissaus en de gemalen kokos toe en breng op smaak met zout en versgemalen peper.
Roer alle goed door elkaar.
Doe de eieren in de kom en blijf roeren tot alles goed is vermengd (het mengsel moet dik blijven, maar als het te dik is, moet u wat kokosmelk toevoegen).
Scheur de kool in stukken en snijd de pepers in reepjes.
Doe een laag bananenbladeren in een pan en bedek die met de gescheurde kool.
Verdeel het vismengsel erover en dek het af met de kokosmelk en de reepjes peper.
Sluit de pan en laat hem boven kokend water 25-30 minuten stomen.
Zet hem daarna op een schaal.
Als er geen bananenbladeren beschikbaar zijn, kunt u ook
aluminiumfolie gebruiken.
Grill de vis tot hij gaar is.
Verwijder het vel en alle graten.
Prak 125 gr (1/2 kopje) vis met een vork fijn en snijd de rest van de
vis in brokjes.
Hak de sjalotten, de knoflook en de pepers in stukken en fruit die 2 minuten in zeer hete olie.
Voeg de trassi toe en laat het mengsel, onder voortdurend roeren, nog 4 minuten bakken.
Haal het mengsel uit de olie en doe het bij de geprakte vis.
snijd de bonen in korte stukjes, breek de bloemkool in stukjes, haal de peultjes af en snijd de paddestoelen in tweeën.
Breng in een grote pan ± 500 ml (2 kopjes) water aan de kook.
Doe de kruidenmassa erbij en roer goed.
Verwijder het schuim van het water en doe de groenten erbij, het eerst die die het langst moeten koken (doe er zo nodig nog water bij).
Doe, als alle groenten gaar zijn, de vissaus erbij en breng het op smaak met zout en versgemalen witte peper.
Doe de stukjes vis bij de groenten en breng alles weer aan de kook.
Temper het vuur en laat het mengsel 2 minuten zachtjes doorkoken.
Doe het daarna in een schotel in de vorm van een vis en garneer met
verse korianderbladeren.
Meng alle ingrediënten behalve de garnalen en breng ze aan de kook.
Voeg de garnalen toe, breng opnieuw aan de kook en laat 3 minuten sudderen tot de garnalen gaar zijn.
Serveer met gestoomde Jasmijnrijst.
snijd de vruchten van de eierplant in vieren, de kousebandbonen in stukjes van ± 2 1/2 cm en de rode pepers in reepjes.
Verwarm de olie in een wadjan, doe de sambal erbij en bak deze al roerend tot ze een aromatische geur gaat afgeven.
Doe dan de visfilet erbij en bak die al roerend tot ze gaar is.
Giet de bouillon in de wadjan en breng die aan de kook.
Voeg de gesneden vruchten van de eierplant, de bamboe, de stukjes boon, de reepjes peper, de vissaus en de suiker erbij en roer alles goed
door elkaar.
Laat de pan op het vuur tot de bonen gaar, maar nog knapperig zijn.
Doe dan de balsemienblaadjes in de pan, roer alles nogmaals goed door elkaar en serveer op een schaal.
(2 personen)
Meng het limoensap met zout en peper en laat de blokjes vis hierin ± 10 minuten marineren.
Bak in een wok in 2 eetlepels olie de ui en de paprika ± 5 minuten.
Voeg de prei toe en bak die op laag vuur ± 10 minuten mee.
Schep de saus erdoor en verwarm het geheel.
Kook intussen de rijst volgens de gebruiksaanwijzing gaar.
Bak in een andere wok in de rest van de olie de blokjes vis ± 5 minuten.
Schep de rijst in de timbaaltjes, druk ze aan en keer ze op borden.
Schep de saus eromheen en schep de blokjes vis op de saus.
(2 personen)
Visreepjes:
Verwarm de grill voor.
Bestrooi de visreepjes met cayennepeper, zout en knoflookpoeder
en bak ze
op een bakplaat onder de hete grill in ± 4 minuten goudbruin en gaar; keer ze halverwege.
Omeletrolletjes:
Klop de eieren los met de bosuitjes, de helft van de rode peper, zout
en peper.
Verhit de olie en bak van het eimengsel een dunne omelet.
Rol de omelet stevig op en snijd de rol in plakjes.
Komkommersalade:
Snijd de ongeschilde komkommer in blokjes en bestrooi die met zout
en peper.
Schep de helft van de rode peper erdoor.
Verdeel de komkommersalade over 2 borden en garneer met een
takje munt.
Schep de visreepjes en de omeletrolletjes ernaast.
Hak het citroengras in grove stukken.
Meng het citroengras, de sjalot, de knoflook, de gember, de koriander, de chilipepers, de peterselie, de Kaffirbladen, de honing en de kokosnootmelk in een keukenmachine tot een glad mengsel.
Sauteer de scampi's 5 minuten in de olie.
Voeg het limoensap, de witte wijn, het zout en het citroengrasmengsel toe en roerbak nog 3-4 minuten of tot de scampi's gaar zijn.
Voor de marinade:
Voor de garnalen:
Meng alle ingrediënten voor de marinade en laat de garnalen er 10 minuten in trekken.
Sauteer de gemarineerde garnalen 4 minuten in de olie.
Schik ze op een schaal en garneer met tomaat en komkommer.
Saus:
Bereid de chilisaus met 115 ml water volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking en laat hem afkoelen.
Gamba's:
Pel de gamba's, maar laat het staartstuk zitten.
Maak met een scherp mesje een inkeping in de rug en verwijder het zwarte stukje darm.
Tempurabeslag:
Klop het ei met 1/4 liter ijskoud water schuimig.
Klop de tempurabloem erdoor tot een glad beslag ontstaat (voeg zonodig extra water toe).
Frituren:
Verhit frituurolie tot ± 150°C.
Bekleed een vergiet met keukenpapier.
Doop de gamba's in het beslag en frituur ze met ± 5 tegelijk in
olie goudbruin.
Laat ze in de vergiet uitlekken.
Geef de Thaise saus erbij.
*1 Te koop in winkels met Japanse ingrediënten.
Of gebruik 100 gr bloem, vermengd met 1/2 theelepel bakpoeder.
Geef er gebakken rijst, vermengd met gebakken uitjes of stokbrood en een gemengde salade bij.
Gerechten die met kokosmelk worden bereid, heten in Maleisië 'iemak'. De kokosmelk zorgt voor een zacht accent, waardoor de gerechten, ondanks het royale gebruik van rode pepers en andere pikante smaakmakers, niet te scherp worden.
Voor het kruidenmengsel:
en verder:
Wrijf voor het kruidenmengsel alle ingrediënten in een vijzel tot een pasta of pureer ze in een keukenmachine tot een pasta; voeg eventueel wat
olie toe.
Verhit de olie in een wok en bak hierin het kruidenmengsel ± 10
minuten zachtjes.
Voeg de kokosmelk, sereh, laos en tamarinde toe, breng het geheel al roerend aan de kook en laat de saus ± 10 minuten zachtjes koken.
Pel de garnalen, laat de kop en de staart zitten en verwijder de zwarte darm op de rugzijde.
Leg de vis in de kokossaus en laat ± 5 minuten zachtjes koken.
Voeg de garnalen toe en laat het gerecht nog ± 3 minuten koken.
Breng het gerecht op smaak met zout en verdun haar eventueel met
wat kokosmelk.
Bestrooi het gerecht met de limoenschilreepjes en de rode peperringetjes en serveer het met rijst.
De overvloed aan vis, de relatief lage prijs en de favoriete plaats in een zich van de gezondheid steeds meer bewust wordende wereld hebben vlees en gevogelte in de Thaise keuken op een tweede plaats gezet. Zeker in huishoudens waar voorzichtig met geld voor het eten moet worden omgegaan (en dat geldt toch voor bijna iedereen tegenwoordig), wordt vlees gezien als een specialiteit en niet als een dagelijkse bron van eiwitten.
In het algemeen worden kippen en eenden niet in hun geheel gekookt; meestal wordt het vlees in kleine stukken gesneden (gewoonlijk uitgebeend, maar zelden zonder vel), gemarineerd en gekookt met kruiden, specerijen en groenten. Een uitzondering hierop vormt de erg populaire gegrilde kip, die met een grote variatie aan sauzen in restaurants en stalletjes wordt verkocht. De invloed van de Chinezen verzekert varkensvlees van enige populariteit, maar het grootste deel van de vleesschotels, zeker de gekruide, bevatten rundvlees. Omdat dit vlees afkomstig is van de buffel, vereist het soms wat extra zorg, maar omdat dat de tweede natuur van de Thaise kok is, kan het resultaat goed concurreren met schotels, bereid met Amerikaans of Iers rundvlees.
Verwijder de botten en het vel en snijd de kip in dobbelsteentjes.
Hak de knoflook, de sjalotten en de gember in stukken en doe ze, samen met de korianderwortel, het citroengras, de peperkorrels en het zout in
een vijzel.
Stamp tot een gladde massa ontstaat.
Doe het kruidenmengsel in een ondiepe pan en voeg de chilisaus, de sojasaus, de Worcestershiresaus, de kokosmelk en de palmsuiker toe.
Roer alles goed door elkaar.
Voeg de stukjes kip toe en laat ze 40 minuten staan.
Snijd de bladeren in repen van 2 1/2 cm.
Leg een stukje kip, bedekt met marinade, op iedere reep en vouw het dan goed dicht.
Verwarm de olie in den wadjan tot ze begint te roken en bak de kip ± 10 minuten tot ze gaar is.
Haal de stukjes kip met een schuimspaan uit de olie en leg ze op
een schotel.
Verwijder de bladeren vlak voor de kip wordt gegeten.
(2 personen)
Vermeng de uitgeperste teentjes knoflook met het zout en de peper.
Wrijf de beide kiphelften hiermee in en laat ze 20 minuten liggen.
Leg ze daarna in een pan met een dikke bodem en schenk de dikke kokosmelk erover.
Voeg vervolgens zoveel water (of kippenbouillon) toe tot alles net
onder ligt.
Laat alles 45 minuten zachtjes koken.
Neem de kiphelften hierna uit de pan en houd ze warm.
Voeg aan het resterende vocht in de pan garam masala, de mespunten poeders en de Spaanse pepers toe en laat alles 2 á 3 minuten
zachtjes koken.
Roer daarna de pindakaas erdoor en blijf dan zolang roeren tot een gebonden saus is verkregen.
Warm de kiphelften hierna nog even in de saus op en leg ze dan op voorverwarmde borden.
Roer nu het limoen- of citroensap door de saus en schenk dit geheel dan onmiddellijk daarna over de kipstukken.
Strooi er eventueel wat fijngesneden verse korianderblaadjes over.
Serveer met witte rijst.
Doe de stukken kip in een braadpan of wok en giet er de dunne kokosmelk en de sherry bij.
Voeg de laos, citroenmelisse, sereh, spaanse peper en chinese kool toe en breng het geheel langzaam aan de kook.
Dek de pan (wok) af en laat de kip 30 minuten op een laag vuurtje stoven.
Neem het deksel van de pan en laat de kip nog 20 minuten verder sudderen.
Voeg de dikke kokosmelk en de visbouillon toe en breng alles weer
aan de kook.
Temper het vuur en laat 5 minuten door stoven.
Voeg de vissaus en het citroensap toe en breng alles over in een voorverwarmde schotel.
Garneer met koriander, peterselie, toefjes peterselie en tot rozetjes gesneden tomaten.
Voor de dipsaus:
Maak de kip schoon en snijd het borstbeen van de kip met een scherp
mes open.
Buig de kip open en druk hem plat.
Doe de knoflook, de peperkorrels, de korianderwortels en het zout in een vijzel en stamp tot alles fijn is.
Smeer het gestampte mengsel over de binnenkant van de kip en laat het 1 uur intrekken.
Grill de kip boven een matig warm houtskoolvuur ± 1 uur tot hij gaar is.
Snijd hem in kleine stukken en serveer met de dipsaus.
Voor de dipsaus:
Week de pepers in warm water tot ze zacht zijn, knijp ze droog en kneus ze samen met de knoflook.
Giet 125 ml (1/2 kopje) water in een pan, doe de suiker erbij en roer op matig vuur tot de suiker is opgelost.
Voeg dan de pepers, de knoflook, de azijn en het zout toe, roer alles goed door elkaar en laat nog 1 minuut koken.
(± 8 personen)
Voor de marinade:
Snijd de filets aan de bovenkant driemaal in.
Hak de knoflook en de pepertjes fijn (verwijder de zaadjes van de pepertjes) en vermeng ze met de overige ingrediënten voor de marinade.
Wentel de kipfilets in de marinade en laat ze afgedekt ± 3 uur staan.
Rooster de kip daarna ± 25 minuten; keer regelmatig.
Laat de rest van de marinade ± 4 minuten inkoken.
Zeef de marinade en serveer die bij de kip.
(Garneer met Spaanse pepers en limoen).
Kook de peultjes in ruim kokend water met zout ± 2 minuten voor.
Verhit de olie en de currypasta in een wok en bak de ui, knoflook, paprika en kip hierin ± 3 minuten.
Bak de peultjes, broccoli en wortel ± 5 minuten mee.
Voeg de bouillon, vissaus en djeroek poeroetblaadjes toe en laat het mengsel op zacht vuur nog 4-8 minuten stoven tot de groenten gaar zijn.
Serveer het gerecht eventueel op een bananenblad en strooi er de lente-ui en de rode peper over.
Serveer met gekookte witte rijst.
(2 personen)
Snijd de kipfilet in blokjes.
Pel de ui en snipper hem fijn.
Maak de paprika schoon en snijd hem in blokjes.
Verhit de olie in een wok en bak de kip, de ui en het kerriepoeder al omscheppend ± 5 minuten.
Pel de knoflook en pers ze erboven uit.
Meng in een kopje de santen met 1 1/2 dl water.
Voeg de paprika, santen, vissaus, suiker en sambal aan de kip toe en laat het geheel, onder af en toe omscheppen, ± 5 minuten koken.
Snijd de basilicumblaadjes in grove repen en schep die door
het kipmengsel.
Serveer met pandanrijst.
Fruit de sjalotjes en de knoflook in de olie tot ze glazig zijn.
Voeg de kip toe en bak die mee tot ze wit is geworden.
Voeg de gember, citroenblaadjes, cashewnoten, kouseband (of bonen), paprika en waterkastanjes toe en roerbak 5 minuten tot de groenten gaar en knapperig zijn.
Roer er de vissaus en de suiker door.
Serveer het gerecht met rijst.
(4-8 personen)
Voor de marinade:
Voor het garnituur:
Voor de saus:
Vermeng de ingrediënten voor de marinade en laat de kip daarin enkele uren staan.
Grill de kip, zet het vlees apart en houd het warm.
Verhit voor het garnituur wat olie, frituur daarin het citroengras en de knoflook krokant en zet dit mengsel met de pinda's apart.
Fruit de ingrediënten voor de saus en laat ze sudderen tot alle smaken goed zijn vermengd.
Doe de saus in een keukenmachine, maak er een smeuïge puree van en breng die zo nodig nog met kruiden op smaak.
Snijd de kipfilets diagonaal in plakjes.
Serveer die met de saus en strooi er het garnituur over.
Haal de botten uit de kip en snijd het vlees in dikke plakken.
Breng het op smaak met sojasaus en zwarte peper en bedek het daarna met meel.
Verwarm de olie in een wadjan en bak de kip tot die goed bruin is geworden.
Haal de kip uit de olie en giet de meeste olie weg.
Verwarm de wadjan opnieuw, voeg de sambal toe en laat die, onder voortdurend roeren, op matig vuur koken.
Voeg de kokosmelk toe, breng het aan de kook en laat de vloeistof doorkoken tot de helft is verdampt.
Doe er dan de pinda's, de suiker, de vissaus en de kip bij en roer alles goed door elkaar.
Laat op vrij hoog vuur doorkoken tot de kip goed mals is en de meeste vloeistof is opgenomen.
Doe de stukken kip op een schotel en garneer met de
verse basilicumbladeren.
Snijd de kipfilet tegen de draad in i plakjes van 1/2 cm.
Paneer de stukjes kip in bloem, roerbak ze daarna 5 minuten in de wok en haal de kip uit de wok.
Roerbak de ui met de paprika en voeg de ketchup toe.
Voeg enige minuten later de lente-ui en de ananas toe en daarna de bouillon en de overige ingrediënten.
Doe er als laatste de gebakken kipfilet bij.
(2 personen)
Plet de knoflook met de platte kant van een mes, verwijder het velletje en snijd de knoflook in stukken van ± 1/2 cm.
Snijd de kipfilet in reepjes van ± 1/2 cm.
Laat een wok of zware bakpan op matig vuur heet worden, voeg de olie toe en laat die dampend heet worden.
Voeg de stukjes knoflook toe en roerbak ze in ± 30 seconden lichtbruin.
Voeg de reepjes kip toe en bak die 2-3 minuten mee.
Verwijder de stukjes knoflook als die te bruin dreigen te worden.
Voeg de vissaus of sojasaus, wat zout, een snufje ve-tsin en een snufje suiker naar smaak toe, zet het vuur laag en laat de kip in ± 5 minuten
gaar worden.
Maal tenslotte nog wat peper boven de kip.
Kruiden:
Stamp de kruiden, vermeng ze met elkaar, fruit ze in de olie en blus het mengsel dan met een gedeelte van het water.
Voeg de stukken kip met het djeroek poeroetblad en de sereh toe, laat koken tot de kip gaar is en voeg dan de santen en zo nodig nog wat
water toe.
Haal de botten uit de kippenborst, maak hem een beetje plat en snijd het vel op een aantal plaatsen in.
Wrijf de sojasaus in het vel en laat de kip 30 minuten staan.
Hak het varkensvlees fijn en doe het in een mengkom.
Hak tenslotte de waterkastanjes, de champignons, de knoflook, de peper en de korianderwortels fijn, kneus alles met een houten lepel en doe het bij het varkensvlees.
Klop het ei op en doe het, samen met het meel, zout en versgemalen peper bij het mengsel.
Meng alles goed door elkaar en spreid het over de kippenborsten uit.
Rol de kippenborsten dicht, bind ze goed vast en zet ze 1 uur in de koelkast.
Verwarm de olie in een wadjan tot ze begint te roken en temper dan
het vuur.
Frituur de kip tot het vlees gaar en de buitenkant knapperig en
goudbruin is.
Bereid de mihoen volgens de gebruiksaanwijzing.
Bestrooi de kipfilet met zout, peper en een mespunt 7-kruidenpoeder.
Verhit in een wok de olie.
Bak de knoflook daarin ± 1 minuut en verwijder die dan.
Roerbak de kip ± 5 minuten in de knoflook-olie.
Voeg de peultjes en de peper toe en laat die ± 3 minuten bakken.
Bak de bosui ± 2 minuten mee.
Schep er eventueel de vissaus door.
Garneer met koriander en serveer met mihoen.
Verhit in een wok de olie en bak de knoflook ± 3 minuten.
Voeg de kip, oestersaus, vissaus en suiker toe en laat alles ± 4 minuten op een matig vuur stoven.
Voeg de cashewnoten, lente-ui en rode peper toe en verwarm alles door
en door.
Schep het gerecht op een schaal en garneer het met rode pepers.
Voor de saus:
Vermeng het gehakt met de knoflook, de koriander, de suiker en wat peper en zout.
Vorm er 6 ovale bolletjes van en steek in elk bolletje een stukje citroengras.
Frituur de spiesjes in hete olie (180°C) goudbruin.
Breng voor de saus de azijn met de suiker aan de kook, laat dit 3 minuten koken en roer wat zout, de knoflook, de pepers en de pindakaas door het afgekoelde vocht.
Verhit de olie, doe de kip erin, leg het deksel half op pan en laat de kip iets bruin worden.
Haal de kip dan uit de pan en giet de olie bijna helemaal af.
Doe de uien, de knoflook, het citroengras en de kruiden in de pan en voeg kort daarna de kip weer toe.
Leg het deksel op de pan en laat het geheel ± 30 minuten stoven.
Lekker met rijst en zure groente.
Verwijder het vel en snijd het kippenvlees in kleine stukjes.
Week de pepers in warm water tot ze zacht zijn.
Hak de pepers, de sjalotten, de knoflook, de gember en het citroengras
in stukken.
Doe ze, samen met de korianderwortel, de foelie, de nootmuskaat, de limeschil, de korianderzaden, de komijnzaden, de trassi, het zout en de peper in een vijzel en stamp tot een gladde massa ontstaat.
Verwarm de olie in een wadjan en bak de kruiden al roerend 4-5 minuten.
Doe de stukken kip erbij en bak nog 1 minuut.
snijd de bamboespruiten in dunne plakken en doe ze in de wadjan.
Giet de kokosmelk erbij, roer alles goed door elkaar en breng het langzaam aan de kook.
Laat het op matig vuur doorkoken tot de kip goed gaar is en doe alles in een schaal.
Garneer met de korianderbladeren.
Bestuif de kippenpoten met meel.
Week de paddestoelen 40 minuten in warm water en verwijder de harde steeltjes.
Hak de sjalotten, knoflook en gember in stukken en stamp ze samen met de korianderwortel, het zout en de versgemalen zwarte peper.
Verwarm de olie in een grote ovenschotel en kook de kruidenmassa 5 minuten in de olie om aan de olie smaak te geven.
Haal de kruidenmassa dan uit de olie.
Voeg de suiker toe en kook op laag vuur tot de olie stroperig wordt.
Voeg de sojasaus en 1/4 liter koud water toe en breng het opnieuw aan
de kook.
Doe er de kippenpoten en de paddestoelen bij en doe een deksel op de pan.
Temper het vuur en laat alles 45 minuten zacht doorkoken.
Doe er dan de hardgekookte eieren bij en laat het nog eens 30
minuten koken.
Garneer de schotel met de verse korianderbladeren en dien op.
Maak de eend schoon en snijd hem (met bot en al) in stukken.
Doe de eend in een ondiepe kom, breng op smaak met zout, versgemalen zwarte peper en sojasaus en laat hem 40 minuten staan.
Week de paddestoelen 40 minuten in warm water, snijd de harde steeltjes weg en snijd de kapjes doormidden.
Schil de pompoen en snijd hem in dobbelsteentjes.
Hak de knoflook en de ui in stukken.
Verwarm de olie in een grote braadpan en bak de eend 3-4 minuten tot het vel bruin en dichtgeschroeid is.
Haal de eend uit de olie en laat hem op keukenpapier goed uitlekken.
Giet de meeste olie uit de pan, voeg de knoflook en de ui toe en fruit deze 3-4 minuten.
Doe de eend er weer bij evenals de bouillon en breng alles aan
de kook.
Doe een deksel op de pan, temper het vuur en laat het ± 90 minuten zacht doorkoken tot de eend bijna gaar is.
Haal het deksel van de pan, doe de paddestoelen, de stukjes pompoen en de limes uit het zuur erbij en kook op matig vuur nog 10-15 minuten tot de eend gaar is.
Doe de stukken eend op een schotel en leg de paddestoelen en de pompoen eromheen.
Zeef de bouillon, giet 400 ml in een schone sauspan en breng het aan de kook.
Meng het maïsmeel met een beetje water, doe dat bij de bouillon en roer tot het dik begint te worden.
Giet de bouillon dan over de eend.
snijd het varkensvlees in kleine stukjes en hak de knoflook fijn.
Verwarm de olie in een wadjan, doe de knoflook erbij en roer 2 minuten.
Doe dan het varkensvlees erbij en laat het, onder voortdurend roeren 5 minuten koken tot het goudbruin is geworden.
Doe de sojasaus, de vissaus en de suiker erbij en roer goed door tot alles is vermengd.
Doe er dan 75 ml (1/3 kopje) water bij en breng het aan de kook.
Temper het vuur en laat het doorkoken tot de saus stroperig wordt.
Verwijder dan het vlees met een schuimspaan uit de pan en leg het op
een schaal.
Dit gerecht kan deel uitmaken van een gehele maaltijd, maar smaakt ook uitstekend als een hapje bij een glas ijskoud Thais bier.
snijd het varkensvel met een scherp mes om de ± 1 1/2 cm in en wrijf het zout in de sneden.
Laat het zout 30 minuten intrekken en snijd het vlees daarna in repen.
Verwarm de olie tot ze begint te roken en frituur het varkensvlees tot het vel goudbruin en knapperig is.
Haal het vlees uit de olie, laat het op keukenpapier uitdruipen, wrijf het daarna droog en snijd het in kleine dobbelsteentjes.
Hak de sjalotten, de knoflook, de gember en de tomaten in stukken.
Hak 1 rode en 1 groene peper in stukken en snijd de overgebleven pepers in reepjes.
Doe een beetje olie in een wadjan en fruit de sjalotten, de knoflook en de gember 3-4 minuten.
Voeg dan de gehakte pepers, de tomaten, de korianderwortel, de sojasaus, de wijn en de kippenbouillon toe en breng alles aan de kook.
Doe het varkensvlees erbij, breng het op smaak met de versgemalen zwarte peper en roer alles goed door elkaar.
Laat het 15 minuten zacht doorkoken, doe dan de vissaus erbij en kook nog eens 3-4 minuten door.
Doe het gerecht over op een schotel en garneer die met de reepjes peper.
Serveer met een zoete pruimensaus.
snijd het varkensvlees in kleine stukjes.
Was de spinazie goed en haal de harde stengels weg.
Week de pepers in warm water tot ze zacht zijn.
Hak de pepers, de sjalotten, de knoflook, de gember en het citroengras in stukken en doe die, samen met de korianderwortel, de limeschil, de komijnzaden, de trassi en het zout in een vijzel.
Stamp dan tot een gladde massa ontstaat.
Giet 150 ml (2/3 kopje) kokosmelk in een wadjan en breng de melk aan
de kook.
Doe het kruidenmengsel erbij en blijf roeren tot het mengsel kruidig ruikt.
Doe het varkensvlees en de rest van de kokosmelk erbij en breng alles opnieuw aan de kook.
Temper het vuur en laat het 10 minuten zachtjes doorkoken.
Doe er dan de spinazie bij, breng het gerecht op smaak met de vissaus en laat het nog 1 minuut doorkoken.
Pureer de uien, 3 pepers en de trassi in een vijzel of keukenmachine.
Verhit de olie in een wok en bak het vlees in ± 10 minuten
rondom goudbruin.
Voeg de kruidenpasta en de koriander toe en bak die ± 5 minuten
zachtjes mee.
Roer er de kokosmelk en de djeroek poeroet door, breng aan de kook en laat het gerecht nog ± 15 minuten zachtjes garen.
Breng het gerecht op smaak met limoensap, zout en suiker en bestrooi het met de rest van de groene peper.
Serveer er rijst bij.