(Tofu met gemengde groenten uit Maleisië)
Snijd de tofu in reepjes van 4 x 1 cm.
Breng een royale hoeveelheid water met een beetje zout aan de kook, voeg de boontjes toe en laat deze na 2-3 minuten volgen door de reepjes wortel, de broccoliroosjes, de paprika en de Spaanse pepers.
Kook alles nog 4-5 minuten en laat het op een vergiet goed uitlekken.
Was de taugé enkele malen en verwijder zoveel mogelijk zaadhulsjes.
Verhit olie en fruit onder voortdurend roeren de teentjes knoflook.
Neem ze, als ze bruin beginnen te kleuren, met een schuimspaan uit de olie.
Voeg de ui aan de hete olie toe, roer er de sambal oelek door en doe de reepjes tofu erbij.
Schep alles enkele malen goed om.
Sprenkel de sojasaus erover en doe er onmiddellijk hierna de gekookte groenten bij.
Strooi er wat zout over en doe dan de taugé erbij.
Schep alles voorzichtig om tot alles door en door warm is geworden.
Geef er gekookte en daarna in een beetje olie gebakken Chinese eiermie of mihoen bij.
Verhit de olie in een wok.
Voeg de knoflook toe en bak die goudbruin.
Voeg de shii-takes en de bloemkool toe en roerbak tot ze beetgaar zijn.
Voeg de champignons, maïs, kool, sugar snaps, zout, sojasaus en suiker en een beetje van het weekwater van de shii-takes toe.
Roer alles goed door en breng het voorzichtig aan de kook.
Voeg tenslotte de taugé toe en laat die nog even bakken.
Serveer het gerecht met pandanrijst.
(Maleisië)
Kook 8 eieren in ± 8 minuten hard, pel en halveer ze.
Roerbak 600 gr Chinese roerbakgroenten ± 2 minuten in 3 eetlepels (zonnebloem)olie.
Voeg 1 blik tomaatblokjes (400 gr) en de eieren toe en laat dit afgedekt
± 5 minuten zachtjes koken.
Bereid 1 pak diepvries spinazie (450 gr) volgens de gebruiksaanwijzing en roer er 1 dl volle yoghurt (op kamertemperatuur) en 1 zakje kerriesaus (25 gr) door.
Breng op smaak met peper en zout.
Serveer de roerbakgroenten met de halve eieren en de spinaziesaus.
De Maleisische keuken is sterk beïnvloed door de kookkunst uit India, China, Indonesië en Sri Lanka. In grote trekken vertoont de keuken van Maleisië veel overeenkomsten met de Indonesische keuken, maar in Maleisië heeft men meer oog voor de presentatie van een gerecht.
Maak de groenten schoon en snijd ze in stukjes.
voor de kruidenpasta:
Vermeng alle ingrediënten voor de kruidenpasta en wrijf ze goed fijn of pureer ze.
Verhit de olie in een wok en bak de kruidenpasta hierin op zacht vuur ± 10 minuten.
Voeg alle groenten toe en schep ze even om.
Voeg de azijn, de suiker en 1 1/2 dl water toe, breng het mengsel aan de kook en laat het op zacht vuur 5-10 minuten koken tot de groenten beetgaar zijn.
Rooster het sesamzaad in een droge koekenpan lichtbruin en strooi voor het serveren het sesamzaad en de pinda's over de groenten.
Serveer de groenten met witte rijst, gegarneerd met reepjes rode peper.
De meeste recepten in dit boek bevatten de ingrediënten voor hun eigen kruidensaus, omdat deze saus deel uitmaakt van het recept. Door echter een hoeveelheid vooraf te maken, kan een aanzienlijke tijd worden bespaard als de maaltijd echt wordt bereid. In een afgesloten doos kan de saus weken in de koelkast worden bewaard.
Hieronder volgen 'voorraad'recepten voor twee van Thailands favoriete sambals en enkele andere kruidenmengsels.
Hak de pepers, de sjalotten, de knoflook, de gember, de korianderwortels en het citroengras in stukken en doe ze in een vijzel.
Stamp zacht en voeg dan de limeschil, de peperkorrels, het korianderzaad, het komijnzaad en de trassi toe en stamp tot het een glad geheel wordt (stamp het niet te fijn).
Voeg tenslotte de kokosolie toe en meng alles goed door elkaar.
Week de pepers in warm water tot ze zacht zijn.
Hak de pepers, de sjalotten, de knoflook, de beide soorten gember, de korianderwortels en het citroengras in stukken en doe ze in een vijzel.
Stamp zacht en voeg dan de peperkorrels, de korianderzaden, de komijnzaden, de kaneel, het bakpoeder en het zout toe en stamp tot het een gladde massa is geworden.
Voeg de plantaardige olie toe en meng alles goed door elkaar.
Wikkel de gedroogde pepers en de gehakte knoflook in aluminiumfolie en rooster die 4 minuten op een elektrische kookplaat of in een gasvlam.
Maal de gedroogde garnalen in een keukenmachine en voeg de geroosterde peper en knoflook erbij.
Vermeng alles zo goed mogelijk, verwarm de olie in een wadjan en braad het mengsel goudbruin.
Breng op smaak met de vissaus en de suiker.
Week de pepers ± 4 minuten in heet water.
Pureer de uitgelekte rode pepers met de ui, de garnalenpasta, de knoflook, de candlenuts, de vissaus en een klein beetje olie in een keukenmachine tot een pasta.
Verhit 1 eetlepel olie in een wok, voeg de pasta toe en bak die omscheppend ± 4 minuten.
In een afgesloten pot in de koelkast bewaard, is de pasta 2-3 weken houdbaar.
Maak de pepers schoon en verwijder de zaadjes.
Hak de pepers en de knoflook in stukken en doe ze, samen met de peperkorrels, de suiker en de vissaus in een vijzel.
Stamp tot het een gladde massa is.
Voeg dan het limesap toe en roer alles goed door elkaar.
Hak de sjalotten, de knoflook en de peper in stukken en bak die in de helft van de olie knapperig.
Laat het geheel, voordat het in een vijzel wordt gedaan, afkoelen.
Week de gedroogde garnalen een paar minuten, doe ze dan, samen met de palmsuiker en de vissaus in de vijzel.
Stamp tot het een gladde massa is, bak die in de overgebleven olie en laat het voor het gebruik afkoelen.
Bewaar het, als het niet meteen wordt gebruikt, in een luchtdichte doos.
Doe het zout en het water in een pan en breng het aan de kook.
Roer tot het zout is opgelost, neem de pan van het vuur en laat hem afkoelen.
Doe de eieren in een glazen of aardewerk pot, bedek ze geheel met het zoute water en bewaar ze minstens 2 weken op een koele plaats.
N.b.: Deze manier om eieren te bewaren maakt de dooier hard, zodat die in stukjes gehakt kan worden en toegevoegd aan gerechten, zoals af en toe in Thaise recepten wordt gevraagd. Als de eieren echter in hun geheel worden gebruikt, zoals in het volgende gerecht, moeten ze op de gebruikelijke manier hard worden gekookt.
Doe de pepers en de knoflook in een vijzel en stamp goed.
Pel de eieren, hak ze in brokken en doe ze ook in de vijzel, samen met de palmsuiker.
Ga door met stampen tot het mengsel glad is, roer er dan de vissaus en het limesap door en roer alles goed door elkaar.
Verwarm de olie in een pan en bak het mengsel al roerend 2-3 minuten.
Laat het voor het serveren afkoelen.
Maak de pinda's in een vijzel of koffiemolen fijn.
Hak de laos, de sjalotten en de knoflook fijn.
Stamp de koriander, de komijn, de sereh, de laos, de sjalotten, de knoflook, de chilipepers en de trassi tot een pasta en vermeng die met de suiker en de tomatensaus.
Voeg de kokosmelk toe en stamp alles weer door elkaar.
Breng het mengsel in een pan aan de kook en voeg de pinda's en de vissaus toe.
Roer alles om en temper het vuur.
Laat de saus nog 20 minuten zachtjes pruttelen tot ze egaal lobbig is geworden.
Serveer de saus in een schaal bij kipsaté.
Voor deze saus moeten de tomaten, de sjalotten en de chilipeper een beetje 'aangebrand' smaken.
Pel de tomaten niet, in tegenstelling tot de sjalotten.
Leg de tomaten, de sjalotten en de chilipeper onder de grill of in een hete oven van 220°C, of rooster ze in folie boven de gasvlam, tot de buitenkant enigszins bruin is.
Stamp dit alles in een kom fijn.
Roer de vissaus erdoor en breng met zout en peper op smaak.
Serveer deze saus bij geroosterde kip.
(24 stuks)
Bak de knoflook met het 7-kruidenpoeder ± 3 minuten in de olie.
Voeg het gehakt toe en bak het in ± 5 minuten rul.
Voeg op hoog vuur de vissaus en de wortelreepjes toe.
Laat het vocht in ± 5 minuten verdampen.
Roer de taugé erdoor en laat het geheel afkoelen.
Snijd van de vellen fyllodeeg 24 repen van 13 x 23 cm.
Schep op elke deegreep één lepel vulling, rol het deeg als loempia op en plak de rand met de losgeklopte eidooier vast.
Verhit frituurolie tot 190°C en frituur daarin de loempia's met 6 tegelijk 3-4 minuten.
Serveer ze met pikante saus.
Vermeng de koriander, kerrie, santen en knoflook.
Marineer hierin de biefstuk 4 uur.
Rijg het vlees aan 16 satéstokjes.
Verwarm de grill voor op de hoogste stand.
Grill de saté's 5-7 minuten, keer ze halverwege.
Serveer met warme pindasaus.
Bak in een anti-aanbakpan de kerrie en paprikapoeder ± 1 minuut.
Voeg de vissaus, suiker, pinda's en santen toe.
Breng het geheel aan de kook en laat het ± 10 minuten zachtjes koken, tot een gebonden saus ontstaat.
(30 stuks)
Maal de vis, kerrie, paprikapoeder, vissaus, eieren, basilicum en de limoenschil fijn en draai van dit mengsel kleine balletjes.
Verhit de frituurolie tot 190°C en frituur in de hete olie ± 6 visballetjes tegelijk 3-4 minuten.
Serveer met pikante chilisaus.
Bereid deze als Thaise visballetjes, maar vervang de kabeljauw door gekookte kipfilet, de vissaus door kokosmelk en de basilicum door 2 eetlepels fijngehakte koriander.
(± 16 stuks)
Vermeng de maïskorrels, eieren, lente-uitjes, knoflook en paprikapoeder.
Roer de bloem erdoor en voeg de garnalen, zout en peper toe.
Verhit de frituurolie.
Laat met 2 lepels bolletjes beslag in de hete olie glijden en bak ze 4 á 5 minuten.
Strooi er de koriander over.
Verwarm zachtjes en al roerend de suiker en de azijn tot de suiker oplost.
Laat het op hoog vuur in ± 5 minuten tot een lichte siroop inkoken.
Roer er de pepers en koriander door en laat de saus afkoelen.
(± 30 stuks)
Week de rijst 4 uur in water.
Kook de kipfilet ± 15 minuten in water met zout en snijd de filet daarna fijn.
Giet de rijst af en stoom hem ± 10 minuten in een stoompan.
Roer de kokosmelk door de rijst en laat de rijst afkoelen.
Pureer de mango en vermeng de puree met de kip, de rode peper, lente-uitjes, zout en peper.
Vorm van de rijst 30 balletjes, gevuld met 1 theelepel van het kipmengsel.
Leg de balletjes 1 uur in de koelkast.
(± 30 stuks)
Kook de mosselen met de laoswortel, sereh en basilicum ± 10 minuten op een matig vuur in een bodempje water.
Vermeng de rode peper met de knoflook, het citroensap, de sojasaus, de vissaus, de suiker en de pinda's.
Verwarm de grill voor.
Verwijder de helft van de mosselschelpen, neem de mosselen uit de schelpen, schep ze door het knoflook/pepermengsel en leg ze terug in de schelpen.
Schep op elke mossel 1 eetlepel van de saus, 1 theelepel kokosmelk en wat reepjes rode peper en grill de mosselen ± 2 minuten.
(voor 1 kg mosselen; vooral bedoeld als voorgerecht)
Fruit de knoflook tot het gouden randje ontstaat.
Voeg de fijngesnipperde rode peper toe en laat het op een lager vuur goed
trekken.
Voeg de Nam Pla toe, doe de mosselen in de pan en dek hem af.
Zet het vuur 6 minuten zeer hoog.
Doe er dan de fijngesnipperde munt bij en roer alles goed om.
Laat de pan nog 1 minuut onder het deksel staan en dien het gerecht dan op.
In de 'smaakbalans' moet de muntsmaak een beetje bij die van de mosselen en de rode pepertjes achterblijven.
(± 10 stuks)
Week de rijst 4 uur in water.
Week de garnalen ± 10 minuten in kokend water.
Stoom de rijst ± 10 minuten in een stoompan.
Roer er de kokosmelk en zout door en zet de rijst afgedekt weg tot de kokosmelk is opgenomen.
Stoom de rijst dan nog ± 10 minuten.
Maal de sjalotjes, rode peper, koriander, gemberwortel, sereh, suiker, olie, garnalen en zout fijn en bak dit mengsel in een anti-aanbakpan zachtjes droog.
Schep er van het vuur af de kokos door.
Serveer de rijst, met een schepje kokosmengsel erop, warm of koud in 16 bananenbladeren uit de diepvries.
Knip de diepvriesbananenbladeren in stukken van 12 x 12 cm, laat ze ± 20 minuten in kokend water weken, vouw ze tot een bakje en zet ze met een prikkertje vast.
(± 6 stuks)
Week de rijst 4 uur in water, giet hem af en stoom hem in een stoompan in 25-30 minuten gaar.
Roer een sausje van de bonenpasta, oestersaus en sojasaus en roer dit door de rijst.
Overgiet de rijstvermicelli met kokend water, week die ± 5 minuten en giet dan af.
Roer een sausje van de rijstwijn of sherry, vissaus, sojasaus, chili-olie en zout naar smaak en roer dit door de vermicelli.
Serveer een schepje vermicelli met een schepje zwarte rijst erop in een bananenblad.
(± 12 stuks)
Roer de maïzena met de melk los.
Roer er de oestersaus, sojasaus, olie, knoflook, het pandanblad en peper door en marineer hierin de kipblokjes ± 30 minuten.
Knip de bananenbladeren in repen van 4 x 30 cm en week die ± 20 minuten in kokend water.
Leg op elke reep een stukje kip, rol ze op en zet ze met een prikkertje vast.
Stoom de pakketjes in een stoommandje in ± 10 minuten gaar.
Verhit olie en bak hierin 5-6 pakketjes tegelijk ± 5 minuten.
Los de suiker op in de azijn en laat de saus iets kleuren.
Breng op smaak met zout en gesnipperde groene peper.
Vermeng 1 eetlepel gemalen koriander (ketoembar), 1 theelepel gemalen komijn (djinten), 1 eetlepel geraspte laoswortel, 2 fijngesneden citroenblaadjes (djeroek poeroet), 2 fijngesneden chilipepers zonder zaadjes en 1 dl (Japanse) sojasaus.
Schep 600 gr lendebiefstuk, in blokjes, door de marinade en Laat het vlees minstens 30 minuten.
Verwarm de grill op hoogste stand voor.
Rijg het vlees aan stokjes (bewaar de marinade) en dep ze droog.
Rooster de spiesen ± 10 minuten onder de grill, keer regelmatig.
Verwarm voor de saus 2 dl (Japanse) sojasaus, 1/2-3/4 eetlepel rode Thaise currypasta (zakje, pot of zelfgemaakt) en het marinadevocht samen.
Schenk de saus over de saté en bestrooi met de lente-ui en met blokjes rode paprika.
Kook 300 gr kabeljauwfilet in weinig water tegen de kook aan in ± 10 minuten gaar worden.
Kook 50 gr sperziebonen in kokend water met zout in ± 7 minuten beetgaar, laat ze afkoelen en snijd ze fijn.
Laat de vis uitlekken, prak hem met een vork fijn en vermeng de vis met de sperziebonen, 1 eetlepel Thaise currypasta (zakje of pot), 1 eetlepel fijngesneden koriander, 2 theelepels geraspte limoenschil, 1/2 theelepels zout en 1 losgeklopt ei.
Maak van dit mengsel platte koekjes van 5 cm doorsnede en 1/2
cm dik en laat de viskoekjes in de koelkast minstens 1 uur opstijven.
Verhit frituurolie tot 175°C, frituur de koekjes in de hete olie in ± 3 minuten goudbruin en laat ze op keukenpapier uitlekken.
Snijd 125 gr (licht ingevroren) malse kogel- of haasbiefstuk in heel dunne plakjes.
Roer een marinade van 1 eetlepel vissaus (toko), 1 theelepel sesamolie, 1 theelepel maïzena, 1 teen knoflook uit de pers, 1 theelepel serehpoeder en wat zout en peper.
Schep de plakjes biefstuk erdoor en laat ze 3 uur afgedekt en koel in de marinade staan.
Beleg voor elk plakje biefstuk een kleine kroepoek met een stukje ouwel (Baukje).
Hak wat vliespinda's grof en snijd een bosuitje met groen in ringetjes.
Verhit 2 eetlepels olie in een wok en bak de plakjes biefstuk hierin op hoog vuur 2 minuten; keer ze eenmaal om.
Leg op elk kroepoekje een stukje biefstuk en bestrooi met pinda's en bosuiringetjes.
Serveer direct.
Voor 10 stuks
Meng de tofu met de lente-ui, limoenschil, taugé, sojasaus, sambal en zout.
Verdeel dit mengsel over de wontonvellen, bestrijk de deegranden met water en vouw de wontons als driehoekjes dicht.
Verhit frituurolie tot 180°C en frituur de driehoekjes in de hete olie in 3-5 minuten lichtbruin en krokant.
Vis speelt een belangrijke rol in het Thaise dagelijkse voedsel en de plaatselijke worden overspoeld met gevarieerde vangsten die dagelijks uit de omringende zeeën en de grote binnenwateren arriveren. Gewone soorten, zoals baars, garoupa, bot en makreel liggen naast de minder bekende hagedissevis (meestal gebruikt voor visballen en in soep), 'trigger fish' (het beste goed gekruid), 'tassel fish' (die door vele Thais erg wordt gewaardeerd) en de 'catfish' (de beste worden gevangen in helder koel water en ze vormen gerookt, in moten gesneden en gefrituurd een smakelijke snack waarbij een glas ijskoud plaatselijk bier goed smaakt). En naast deze kleurrijke en overvloedige uitstalling vinden we vele schaaldieren, weekdieren en andere zeedieren, zoals inktvis, paling en schildpad.
De manieren voor het bereiden zijn bijna net zo gevarieerd als de soorten en terwijl een hele vis of filet misschien wordt gebraden, gefrituurd, gestoomd, gekookt, gebakken of gegrild, wordt het vlees misschien in dobbelsteentjes gesneden, fijngehakt, in plakken gesneden, gedroogd of gezouten en gebruikt in sambal, soep, salade, saus en bijgerechten. Kapi, Nam Prik en Nam Pla, alle gemaakt van gedroogde garnalen en vis, zijn voor de Thaise keuken onmisbaar.
Verwijder voorzichtig al het krabvlees en snijd het in plakjes.
Pel de garnalen en snijd ze in de lengte doormidden.
Hak de peper in stukken en snijd die vervolgens in kleine stukjes.
Verwarm de olie in een grote wadjan tot deze zeer heet is, voeg het krabvlees en de garnalen toe en bak ze al roerend 2-3 minuten.
Verwijder het zeevoedsel en laat het op keukenpapier uitlekken.
Doe de trassi in de wadjan en laat het al roerend 3 minuten koken.
Voeg daarna de vissaus, de suiker, de groene en rode peper, de tomaten, de dadels en de kokosmelk toe.
Roer het geheel goed door elkaar en breng het aan de kook.
Voeg het zeevoedsel weer toe, temper het vuur en laat het onder af en toe roeren 5-6 minuten doorkoken.
Doe het op een schaal en garneer met de versgehakte korianderbladeren.
Voor de saus:
Maak de kreeft schoon en snijd hem in tweeën.
Breng hem op smaak met zout en versgemalen zwarte peper en bestrijk hem met de gesmolten boter.
Zet hem onder een matig warme grill en laat hem daar ± 8 minuten.
Smeer hem af en toe met de overgebleven gesmolten boter in.
Leg hem op een bord en serveer hem met de saus.
Voor de saus:
Zet de palmsuiker en het tamarindewater in een kleine steelpan op laag vuur.
Roer tot de suiker geheel is opgelost en voeg dan de vissaus toe.
Laat het nog 1 minuut doorkoken, doe de saus in een schaal en strooi de gefruite sjalotten erover.
(5 personen)
Breng in een middelgrote pan met dikke bodem op hoog vuur 8 dl van de kippenbouillon aan de kook; voeg de rijst toe en zet het vuur wat lager.
Dek de pan af en kook de rijst 35-45 minuten tot het water is opgenomen.
Neem de pan van het vuur en maak de rijst voorzichtig met een vork los.
Dek de pan af en zet hem apart.
Maak van de garnalen 'vlindertjes' door ze met een scherp mes langs de hele rug half door te snijden en ze open te leggen.
Vermeng in een grote kom de sojasaus, wijn en knoflook met 1 theelepel olie.
Voeg de garnalen toe en laat ze tot het gebruik marineren.
Vermeng in een kleine kom de arrowroot, chilipasta, suiker, (zout) en azijn met de rest van de kippenbouillon; roer alles goed door elkaar en zet het apart.
Bak de garnalen met de marinade boven middelhoog in een grote braadpan of wok 1-2 minuten aan beide kanten tot ze roze zijn (niet langer!).
Neem de garnalen uit de pan en zet ze apart.
Verhit de rest van de olie (1 eetlepel) in dezelfde pan op middelhoog vuur.
Voeg de ui, paprika en wortel toe, roerbak ze 5-10 minuten, schenk het chilipastamengsel over de groenten en laat nog enkel minuten bakken.
Voeg de garnalen, koriander en ananasstukjes (met sap) toe, zet het vuur
middelhoog en roerbak alles enkele minuten tot de garnalen goed gaar zijn.
Breng het gerecht zo nodig met kruiden op smaak.
Schep de rijst op de borden en schep daar het roerbakgerecht op.
Garneer met de sjalot en pinda's.
Noot: aan dit recept komen veel ingrediënten en betrekkelijk weinig te volgen kookhandelingen te pas.
Laat de garnalen marineren en de rijst koken, terwijl u de groenten snijdt en de resterende ingrediënten vermengt.
Variatie:
Vervang de garnalen door stukjes kipfilet, kammosselen, tofu, tempeh of alleen door andere groenten, zoals broccoli, Chinese kool, bleekselderij of paksoi.
U kunt ook elke andere soort rijst of gekookte graansoort gebruiken.